Voor het tijdelijk uitvoeren van gebruikte producten die buiten de EU worden verwerkt tot nieuwe producten bestaat geen adequate Douane-regeling. De regeling passieve veredeling vereist een stricte relatie naar het oorspronkelijk geimporteerde product, maar in Close Loop Supply Chains is die relatie lang niet altijd te leggen. Met de concept-regeling "Circular Exports" wordt een regeling voorgesteld die wel effectief kan zijn in Closed Loops Supply Chains.
In het kader van de regeling passieve veredeling (artikel 259 UCC) kunnen goederen uit de Unie tijdelijk uit het douanegebied van de Unie worden uitgevoerd om verwerkingshandelingen te ondergaan. Een geïmporteerd product kan onder gunstige voorwaarden opnieuw worden geïmporteerd: invoerrechten zijn alleen van toepassing op de toegevoegde waarde. Deze procedure wordt gebruikt voor verwerkingsoperaties zoals: reparatie, upgrade, revisies enz. van geïmporteerde producten. Belangrijk is de directe link tussen het oorspronkelijke geïmporteerde product en het tijdelijk geëxporteerde en vervolgens opnieuw geïmporteerde product. Bedrijven moeten een volledige registratie van deze producten bijhouden om de identiteit van producten ten opzichte van de douane te bewijzen.
Bij gebruik van de procedure voor passieve veredeling treden bij CLSC’s complicaties op. Eerst maakt het tijdsverschil tussen de oorspronkelijke import en het einde van de levenscyclus het voor bedrijven moeilijk om volledige data over het product bij te houden. De douane heeft ook geen informatie over deze periode. Een ander probleem is dat CLSC-producten zelden hetzelfde terugkomen als het originele product. Verschillende onderdelen kunnen op verschillende manieren worden gebruikt om hun waarde op het hoogste niveau te houden. Dus de één-op-één verbinding is heel moeilijk te maken en zelfs wanneer deze verbinding kan worden gemaakt, is het moeilijk te bewijzen vanwege de tijdschaal. Daarom is het gebruik van deze speciale procedure met betrekking tot CLSC's erg moeilijk en niet effectief.
De onderzoeksvraag is ‘Welke toezichtsmodellen kan de Nederlandse Douane toepassen om handel en goederenstromen binnen Closed Loop Supply Chains te faciliteren’.
In het onderzoek wordt een nieuwe procedure voorgesteld “circular export”. Het grootste probleem bij toepassen van de procedure voor passieve veredeling is de één op één relatie met het oorspronkelijk geïmporteerde product en de specifieke informatie die nodig is om deze relatie te bewijzen. Wanneer aangenomen dat deze relatie niet langer is nodig, ligt de focus ligt niet meer op het oorspronkelijke geïmporteerde product, maar op geëxporteerd "EU-afval" voor circulaire doeleinden. Het concept ‘circular export’ houdt in dat als een bedrijf EU-afval exporteert dat is bestemd voor hergebruik en opnieuw importeren naar de EU, het een korting (in de vorm van een certificaat) kan verdienen voor de toekomstige invoer naar de EU. Het is niet nodig om bijvoorbeeld dezelfde televisie te importeren waarin bepaalde delen van de geëxporteerde oude televisie worden hergebruikt, deze korting kan ook voor een andere televisie worden gebruikt. Voor deze zogenaamde circulaire uitvoerprocedure zijn bepaalde voorwaarden noodzakelijk:
De huidige benadering in handelsfacilitatie legt de nadruk op het minimaliseren van de administratieve lasten voor bedrijven en het optimaliseren van de controle-inspanningen van de douane. Voor het stimuleren van CLSC's zou het concept faciliteren en samenwerken met bedrijven moeten veranderen. Er is meer co-creatie nodig en oude patronen en rollen moeten worden herzien omdat er sprake is van een complexe supply chain.
Auteur | Betrokken partijen | Jaar | Leestijd |
---|---|---|---|
H. Vinhuizen | Rotterdam School of Management | 2017 | 90 min |