Logo kdcl img

Traceerbaarheid in de zorg: “Wie heeft een defect implantaat gekregen?”

Wie heeft een defect implantaat gekregen?
28 januari 2016 / 3379

Het PIP-schandaal heeft de vraag opgeroepen of de gezondheidszorg – niet alleen in Nederland – voldoende in staat is medische hulpmiddelen te traceren. Eigenlijk zijn alle Nederlandse ziekenhuizen erbij gebaat als ze medische hulpmiddelen kunnen traceren. Het niet of onvoldoende kunnen traceren van onvolkomen borstimplantaten heeft dat pijnlijk duidelijk gemaakt. Vergeleken met de traceerbaarheid van producten in het bedrijfsleven lijkt deze logistieke exercitie in de zorg in de kinderschoenen te staan. Positief is dat sinds een aantal jaren ziekenhuizen actief sturen op kwaliteitsverbetering, door het efficiënter maken van de achterliggende logistieke processen. Ziekenhuizen blijken daarbij de neiging te hebben ‘het wiel’ zelf uit te vinden en niet snel in “andermans keuken” te kijken. Dit verklaart deels de verscheidenheid in de inrichting van logistieke processen die we in eerder onderzoek waarnamen in ziekenhuizen. Ziekenhuizen meten zelf nauwelijks hoe efficiënt ze zijn op het gebied van logistiek. Niettemin reageerden velen van hen positief op onze oproep om deel te nemen aan de logistieke benchmark die we hebben uitgevoerd over de processen in en rondom de Operatie Kamer (OK).

 

Deze paper richt zich op de vraag hoe medische hulpmiddelen terug te vinden zijn in de interne voorraad van de OK, in de OK zelf. en naderhand in het lichaam van de patiënt. Hoe scoren ziekenhuizen ten opzichte van elkaar, en wat valt er op aan de huidige werkwijze van de 18 onderzochte ziekenhuizen? Op basis van drie verschillende “operatieve” processen zijn 35 vragen opgesteld en in een enquête opgenomen. De enquête is afgenomen bij 5 academische ziekenhuizen en 13 algemene ziekenhuizen.

 

De uitkomsten van het onderzoek geven inzicht in de bijdrage die traceerbaarheid van medische hulpmiddelen kan leveren voor de patiëntveiligheid door de concrete invulling van de logistieke processen in en rond de OK te beschrijven en te “raten”. Onze focus lag op de traceerbaarheid van medische hulpmiddelen. Het doel was om een tool te ontwikkelen waarmee ziekenhuizen actief de eigen prestaties kunnen meten teneinde de patiëntveiligheid in ziekenhuizen te verbeteren en de kans op potentiële claims en extra herstelkosten te verminderen die door fouten worden veroorzaakt.

 

Ziekenhuizen die investeren in een traceerbaarheidstandaard, bleken hoger te scoren op logistieke efficiency en patiëntveiligheid (dankzij het kunnen traceren van implantaten op voorraadlocaties en bij patiënten). Het onderzoek heeft tevens geresulteerd in een stappenplan, “standaardisatieaanbevelingen” en realisatieadviezen aan ziekenhuizen, waarmee ze uiteindelijk hogere scores kunnen behalen.

 

GS1 heeft eerder onderzocht dat Nederlandse ziekenhuizen met een standaardisatie zoals hier beschreven gezamenlijk € 106 MLN kunnen besparen: € 96 MLN minder verspilling (derving / weggooien) en € 10 MLN besparing op voorraadkosten.

Insights artikel TRACEERBAARHEID IN DE ZORG: “WIE HEEFT EEN DEFECT IMPLANTAAT GEKREGEN?”