De Universiteit van Antwerpen onderzocht de importketens van gevaarlijke stoffen en fytosanitaire goederen in Antwerpen en Rotterdam. De doelstelling van het onderzoek is het identificeren van verbetermogelijkheden voor de haven van Antwerpen. Het onderzoek analyseert de documentenstroom en de hiermee gepaard gaande administratieve procedures (zowel vervoers- als douane-technisch) die een welbepaalde container doorloopt om van haven naar hinterland te geraken met een tussenstop op de terminal.
Het onderzoek beperkt zich tot de vraag in welke mate de Nederlandse praktijk afwijkt van de Belgische. De vergelijking van de procedures tussen zeehavens wordt beperkt tot de twee belangrijkste containerhavens in de Le Havre-Hamburg range, meer specifiek de havens van Antwerpen en Rotterdam. De analyse is verder afgebakend tot de importbeweging van gecontaineriseerde, droge importladingen, en bovendien enkel op gevaarlijke goederen en de goederen van dierlijke oorsprong of van plantaardige oorsprong. De nadruk ligt dus voornamelijk op zendingen die in aanmerking komen voor veterinaire of fytosanitaire controles.
Het onderzoek levert weinig concrete en verrassende conclusies op. Duidelijk is dat de procedures in Rotterdam door de hoge mate van automatisering van de douane-processen sneller verlopen.
Auteur | Betrokken partijen | Jaar | Leestijd |
---|---|---|---|
Caroline Gubbi, Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander | Universiteit van Antwerpen | 2014 | 60 min |