In het Financieel Dagblad van 19 maart jl. lezen dat een bekende retailketen besluit om haar leveranciers een maand later te betalen, ter compensatie van wegvallende omzet. De consequenties zijn voor de gehele keten enorm. De liquiditeitsproblemen van de retailketen worden doorgegeven aan de leveranciers en wellicht weer aan de leveranciers van de leveranciers. Hoe voorkomen we dat de principes van supply chain finance massaal over boord worden gezet? Jan Jansen van het KennisDC Logistiek Gelderland geeft zijn visie op het doorbreken van deze duivelse kring.
Het is ons niet ontgaan dat de lockdown een enorme impact heeft op ons leven, zowel professioneel als persoonlijk. De onderstaande tabel geeft de gevolgen van de coronacrisis voor de Nederlandse economie op macro-economisch niveau aan op basis van gegevens van het Centraal Planbureau (met vier mogelijke scenario’s), het IMF en The Economist.
Afhankelijk van de gebruikte economische modellen en de veronderstellingen over de diverse variabelen, krimpt de economie met 7% of meer (gemeten aan het Bruto Binnenlands Product of BBP) en stijgt de werkloosheid naar een percentage van ruim 6% van de beroepsbevolking. Het overheidstekort (in % van het BBP) gaat oplopen door negatieve groei van het BBP (noemer-effect) en een toename in de groei van de overheidsuitgaven in combinatie met een daling in de groei van de belastingen (teller-effect). Een vergelijkbaar effect zal optreden voor de staatsschuld in % van het BBP. Hierdoor voldoen beide niet meer aan de referentiewaarden van het verdrag van Maastricht (respectievelijk -3% en 60%).
Het bovenstaande schetst de verwachtingen op macro-economische niveau. Maar hoe zit dat nu op bedrijfsniveau? In de logistiek denken we graag in ketens (supply chains). Wegvallende vraag van consumenten (B2C), vertaalt zich in wegvallende vervolgvraag bij bedrijven, hun leveranciers en bij de leveranciers van de leveranciers, etc. (B2B). In het Financieel Dagblad van 19 maart jl. lezen we dat een bekende retail keten besluit om haar leveranciers een maand later te betalen, ter compensatie van wegvallende omzet. De consequenties zijn voor de gehele keten enorm. De liquiditeitsproblemen van de retail keten worden doorgegeven aan de leveranciers en wellicht weer aan de leveranciers van de leveranciers.
Opeens gelden de inzichten van supply chain finance (Steeman, 2020) niet meer. De kern van supply chain finance is dat de cash to cash cycle wordt verminderd in de totale keten. Zo hoeven bedrijven hun behoefte aan werkkapitaal (ter financiering van voorraden en debiteuren) niet met duur (kort) geld te financieren. In sommige landen, waaronder Nederland, liggen de interestpercentages voor korte kredieten boven de 10%. Het draait nu om het doorgeven van het liquiditeitsprobleem in de keten.
Hoe kun je voorkomen dat zoiets massaal gaat gebeuren? Hoe kom je uit een dergelijke duivelse kring? Naar mijn mening kun je ketens overeind houden door hen te voorzien van (tijdelijke) financiële ruimte. Dat kan door kapitaaloverdrachten van de overheid, door deelneming van de overheid (centraal, provinciaal en/of gemeentelijk) in het eigen vermogen van ondernemingen en/of door (achtergestelde) leningen van financiële instellingen (zoals banken). Het doorgeven van het liquiditeitsprobleem lost uiteindelijk voor de keten niets op, het ondersteunen van de kapitaalbehoefte in de keten echter wel.
Overheden en werkgeversorganisatie zouden hier een proactieve rol in moeten nemen, om op zeer korte termijn met maatregelen te komen, waarbij procedures van ondergeschikt belang zijn en de verantwoording achteraf plaatsvindt
Het uiteindelijke doel is om ketens te laten overleven in deze fikse recessie en de mogelijkheid om een goede start te hebben in 2021!
Jan H Jansen, Hoofddocent-onderzoeker Supply Chain Finance
Lectoraat Logistiek & Allianties van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN)
KennisDC Logistiek Gelderland