Flexibiliteit is voor organisaties een top prioriteit. Ook in de academische wereld wordt flexibiliteit als belangrijk thema onderkend. Wat betekent dat vereiste van suppy chain flexibiliteit voor organisaties, organisatieonderdelen, managers, medewerkers en de toeleveringsketen? En wat betekent supply chain flexibiliteit voor onze dagdagelijkse praktijk? Bijvoorbeeld als we kijken naar de boodschappen die we doen in de supermarkt?
In de literatuur is er nog geen overeenstemming over de definitie en het concept supply chain flexibiliteit. Manders maakt in haar proefschrift daarom een onderscheid naar het gebruik van flexibiliteit(sdimensies) in de supply chain en supply chain flexibiliteit. Supply chain flexibiliteit is daarbij het vermogen van de supply chain om te reageren op onzekerheid in de omgeving en te voldoen aan de toenemende variëteit van klantverwachtingen, zonder buitensporige kosten, tijd, organisatorische verstoringen of verliezen.
Managers en medewerkers hanteren flexibiliteit vooral vanuit hun functionele, organisatorische, of interorganisatorisch (tussen 2 organisaties) perspectief, afhankelijk van hun functie, contacten en directe relaties om ervoor te zorgen dat ze kunnen voldoen aan de vraag van de klant, in het voorbeeld wij als consumenten in de supermarkt. Ondanks gedeelde centrale visies en gezamenlijk opgestelde doelen binnen de supply chain ontbreekt het ketenperspectief in de dagelijkse praktijk. Er wordt binnen organisaties en ook in de supply chain bijvoorbeeld nog vaak gewerkt met tegengestelde Key Performance Indicatoren, die concurrentie bevorderen en samenwerking verminderen.
Jorieke Manders: “Het potentieel van flexibiliteit van de supply chain om het functioneren en de concurrentiepositie te verbeteren wordt dan ook zeer zeker niet benut. Met een kanttekening: flexibiliteit is niet altijd noodzakelijk”.
Door meer aandacht te schenken aan de belangen en het gedrag van organisaties en mensen kan het potentieel van de keten beter worden benut in het streven naar flexibiliteit. Zo kan bijvoorbeeld de overweging worden gemaakt of het mogelijk is vooraf, meer adaptief, zaken te regelen waardoor een afweging tussen de kosten van flexibiliteit achteraf en adaptieve acties vooraf mogelijk is, denk bijvoorbeeld aan het investeren in voorraad, de inzet van meer medewerkers of het uitbreiden van productiecapaciteit. Daarnaast kan bijv. het delen van de “juiste” informatie ervoor zorgen dat op bepaalde momenten minder op flexibiliteit hoeft te worden ingezet als nu het geval is. Dit stelt promovendus Jorieke Manders in haar proefschrift ‘Supply Chain Flexibility, a myth or reality?”.
Jorieke Manders is na haar studie aan de Vervoersacademie sedert 2004 werkzaam bij het Fontys Internationaal Logistiek Expertisecentrum (Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek). Haar rol als consultant combineert zij met de functie van project- en accountmanager en docent. Bij de start van haar loopbaan koos zij ervoor om de master Marketing en Supply Chain Management bij de Open Universiteit te volgen. In 2009 verkreeg zij de master graad. Haar thesis “Supply Chain Flexibility aspects and their impact on customer satisfaction“ werd bekroond met de prijs voor de beste master Thesis Open Universiteit Managementwetenschappen 2009.
Na het behalen van haar master besloot zij in het najaar van 2010 part-time haar onderzoek naar Supply chain flexibiliteit te vervolgen in het kader van een promotie traject bij de faculteit Management, Science & Technology. In haar onderzoek heeft zij gebruik heeft gemaakt van haar jarenlange praktijkervaringen en netwerk als consultant, project- en accountmanager en docent binnen de logistieke sector. Op 7 juni 2019 heeft ze met succes haar proefschrift ‘Supply chain flexibility, a myth or reality?’ verdedigd aan de Open Universiteit in Heerlen en daarmee haar doctoraat in ontvangst mogen nemen.