Na het akkoord dat de eerste fase van de Brexit-onderhandelingen lijkt te bekronen, overheerst ogenschijnlijk het optimisme. De belangrijkste boodschap van de Douane – ‘wees voorbereid’ – is echter onverminderd van kracht, zegt beleidsmedewerker Roel van ’t Veld. “Houd rekening met een harde Brexit, met alle kosten van dien.”
De ‘decemberdeal’ die de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk vorig jaar op de valreep sloten, heeft binnen een deel van het bedrijfsleven en de pers geleid tot de gedachte dat de twee partijen op de goede weg zijn. Toch is het ‘echtscheidingsakkoord’ voorlopig weinig meer dan een ‘intentieverklaring’, in de woorden van de Britse Brexit-onderhandelaar David Davis. “Als je inzoomt, zijn de risico’s bepaald niet minder geworden”, stelt Van ’t Veld. “In de eerste fase is vooruitgang geboekt op de onderwerpen burgerrechten, Noord-Ierland en de financiële afwikkeling van de Brexit. Er is echter geen bedrag genoemd voor de zogeheten scheidingsrekening. Evenmin is er voor de kwestie Noord-Ierland iets concreets geregeld, los van de toezegging dat er gekeken gaat worden naar een slimme douane-oplossing voor de grens met Ierland.”
“Bovendien is het alles of niets”, vervolgt Van ’t Veld. “De Britse premier heeft zelf gezegd: ‘Nothing’s agreed till everything’s agreed’. Oftewel: een deelovereenkomst over de voorwaarden voor de scheiding is weinig waard zonder akkoorden over de toekomstige handelsrelatie en de eventuele overgangsregeling, die in de tweede fase centraal staan. Komen die er niet, dan volgt er ook geen echtscheidingsakkoord, en vallen we terug op het harde Brexit-scenario. We zijn dus allerminst in rustiger vaarwater terechtgekomen. En met minder dan 400 kalenderdagen te gaan, neemt de tijdsdruk alleen maar toe. Dat willen we ondernemers echt op het hart drukken.”
Heel groot zijn de kansen op een allesomvattende deal niet, aldus Van ’t Veld. “Een lidmaatschap van de EU betekent deelname aan de interne markt en douane-unie. De Britten hebben herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat ze beide niet willen, maar wel graag een deep and comprehensive relationship. Binnen hun wensenpakket zijn de mogelijkheden echter beperkt. Als ze geen douane-unie willen aangaan met de EU – wat ze meermaals hebben aangegeven – blijft als enige alternatief een handelsverdrag over. Dan moet je denken aan het zogenoemde Canada-model, waaraan de handelsovereenkomst CETA ten grondslag ligt. Daarin is sprake van verplichte aangiften en douaneformaliteiten.”
Wat betekent dit alles voor ondernemend Nederland? Van ’t Veld: “Dat is een belangrijke vraag, die ook in het laatste Overleg Douane Bedrijfsleven aan bod kwam. Het antwoord: het soepele goederen- en personenverkeer met het VK, zoals dat nu binnen de interne markt geldt, is straks vrijwel zeker verleden tijd. Wanneer er geen alomvattende deal komt – en zoals gezegd is die kans groot – blijft de harde Brexit een reëel scenario. De grens tussen de EU en het VK wordt dan hersteld. Behalve met de Marechaussee – die nu al migratiecontroles uitvoert – krijg je daar met de Douane te maken. Bedrijven worden geconfronteerd met douaneformaliteiten zoals uitvoer- en invoeraangiften – en wellicht invoerrechten op de koop toe. Ook moeten zij voldoen aan productstandaarden, en waar nodig veterinaire certificaten kunnen overleggen. En dat kost geld. Onlangs verscheen een rapport over niet-tarifaire handelsbelemmeringen, opgesteld door KPMG in opdracht van de ministeries van Economische Zaken & Klimaat en Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit. Daarin wordt gewaarschuwd dat de kosten voor in- en uitvoer jaarlijks met 387 tot 627 miljoen euro toenemen. Dat is nog los van douanerechten, btw-uitgaven en sectorspecifieke markttoegangseisen, zoals de fytosanitaire regels voor snijbloemen of werkvergunningen voor grensoverschrijdende accountancydiensten. En ook wachttijden bij de grens leiden tot financiële schade, zeker bij bederfelijke zendingen als vlees en bloemen.”
In hetzelfde rapport geeft KPMG de overheid enkele adviezen om de logistiek te ontlasten. De Douane denkt graag mee, zegt Van ’t Veld. “Zo onderschrijven wij de aanbeveling om de voorlichting te intensiveren. Maar bijvoorbeeld een IT-systeem ten behoeve van geautomatiseerde gegevensaanlevering binnen de ferrysector zien we als de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Gelukkig is die boodschap aangekomen bij de operators. Andere aanbevelingen stuiten dan weer op juridische en praktische bezwaren. Neem de voorgestelde fast lane voor groente en fruit. Zulke faciliteiten kunnen wij uitsluitend aanbieden aan individuele bedrijven met een AEO-certificaat, niet aan een complete branche. Daarin zitten tenslotte frisse en rotte appelen door elkaar. Bovendien is een fast lane een geïntegreerde overheidscontrole, waarvan ook de NVWA en de productschappen voor fytosanitaire keuringen deel uitmaken.”
“Ook aan de aanbeveling om zendingen te inspecteren tijdens het ferrytransport tussen EU en VK kleven allerlei haken en ogen. Punt is dat je goederen pas kunt aangeven, als ze de EU zijn binnengebracht – dus niet al onderweg. Wat doe je in zo’n geval met de bevindingen van een fysieke controle? Bewaar je die tot na de aangifte, en ga je dan pas verbaliseren? Dat even afgezien van de arbo-technische uitdaging om op een deinende boot de achterdeuren van een vrachtwagen te openen en niet te worden bedolven onder de lading. De trailers staan trouwens kop tegen kont, dus een deur krijg je echt niet zomaar open. En vanwege de veiligheid mag je überhaupt niet op het dek komen. Samenvattend: de Douane ziet ook de noodzaak tot innovatieve oplossingen. Alleen is de tijd tot 29 maart 2019 erg kort.”
Bedrijven mogen dus geen wonderen verwachten. Hoe kunnen zij zich nu het beste voorbereiden? Van ’t Veld: “Elke onderneming moet een aantal zaken overwegen. Zoals: kan ik mijn toeleveringsketen misschien beter zo inrichten dat ik geen ‘last’ meer heb van het VK? De belangrijkste afweging is: ga ik die douaneformaliteiten zelf afhandelen of uitbesteden? Als ik kies voor uitbesteden, bij wie klop ik dan aan? En als ik het zelf doe, heb ik dan een vergunning of AEO-certificaat nodig? Als Douane adviseren wij bedrijven om zich uitgebreid te laten informeren en goed voor te bereiden. Wie bijvoorbeeld een douanevergunning wil aanvragen, kan dat maar beter tijdig doen. Verder gaan we met de markt in gesprek over douaneformaliteiten en denken mee over de inrichting van processen.”
En wat zou het effect zijn van een harde Brexit op de rol van de Douane? Van ’t Veld: “Een proces voor goederen van en naar derde landen bestaat al; in die zin hoeven wij geen aanpassingen te doen. Wel is er bijvoorbeeld meer personeelscapaciteit nodig. Op 16 februari kondigde de staatssecretaris van Financiën aan dat de weg vrij is voor de Douane om zich met volle kracht voor te bereiden op de Brexit. Zo mag de dienst tussen de 750 en 930 nieuwe medewerkers gaan werven. De eerste vacatures zijn al gepubliceerd.”